België heeft samen met de Europese bondgenoten het mandaat gegeven aan de openbare aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag om oorlogsmisdaden in Oekraïne te onderzoeken. Om dat mee mogelijk te maken, heeft het kernkabinet besloten om 500.000 euro ter beschikking te stellen aan het Internationaal Strafhof in Den Haag om het extra werk naar aanleiding van dit onderzoek op te vangen.
De Belgische regering is van oordeel dat eventuele oorlogsmisdaden in die gepleegd worden in het kader van de oorlog in Oekraïne niet onbestraft mogen blijven. De Oekraïense overheid spreekt nu al over 5.000 locaties die onderzocht moeten worden op gruweldaden door het Russische leger. De vele getuigenissen en beelden wijzen op oorlogsmisdaden die resoluut indruisen tegen de internationale afspraken rond oorlogsvoering vastgelegd op de Conventie van Genève.
Daarom heeft ons land begin maart samen met de Europese bondgenoten het mandaat gegeven aan hoofdaanklager Karim Khan van het Internationaal Strafhof in Den Haag om onmiddellijk een onderzoek in te stellen op grond van artikel 14. De hoofdaanklager is daarop meteen vertrokken naar Oekraïne om een onderzoek op te starten.
Dit onderzoek vergt financiële middelen en ook de België draagt daaraan bij. De regering heeft vandaag op de ministerraad beslist om 500.000 euro over te maken aan het Internationaal Strafhof om het extra werk dat het onderzoek met zich mee brengt op te vangen. De ministerraad besliste eveneens om een team van forensische experts ter beschikking te stellen, het zogenoemde Disaster Victim Identification-team van de federale gerechtelijke politie, om bewijsmateriaal rond oorlogsmisdaden te verzamelen (zie volgend persbericht).
Perscontact:
Edward Landtsheere
Woordvoerder
+32 479 44 93 29