Dit weekend laten 55 magistraten zich vrijwillig opsluiten in de nieuwe gevangenis van Haren. Twee dagen lang zullen ze ervaren wat het is om in een gevangenis te leven. “Enerzijds kan het gevangenispersoneel zich voorbereiden op de echte ingebruikname van de gevangenis op 30 september. Anderzijds krijgen magistraten inzicht in het dagelijkse leven van gedetineerden en hoe het er aan toe gaat in een gevangenis. Dit zal hen ongetwijfeld helpen bij de afweging of vrijheidsberoving de beste oplossing is voor iemand die iets heeft mispeuterd”, reageert vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne.
Om magistraten aan den lijve te laten ondervinden hoe het eraan toe gaat in een gevangenis en wat de psychologische impact hiervan is, worden dit weekend 55 magistraten opgesloten in de nieuwe gevangenis van Haren. Dit is bovendien een goede generale repetitie voor het gevangenispersoneel aangezien deze binnen twee weken officieel in gebruik wordt genomen. Het is een gezamenlijk initiatief van vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, het Gevangeniswezen en het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding. De deelnemende magistraten – strafrechters, onderzoeksrechters, procureurs en gerechtelijk stagiairs – hebben zich hier vrijwillig voor opgegeven. Ze worden aan hetzelfde regime van een echte gedetineerde onderworpen. Daarbij moeten ze de bevelen en instructies van het gevangenispersoneel opvolgen. Het is de bedoeling om de opsluiting zo realistisch mogelijk te laten verlopen.
De magistraten zullen opgesloten worden van zaterdagochtend 09u tot en met zondagnamiddag. Tijdens die periode kunnen ze hun mobiele telefoon niet gebruiken maar hebben ze wel de mogelijkheid om, net zoals echte gedetineerden, familiaal bezoek te ontvangen. De magistraten doorlopen de normale dagplanning van gedetineerden, krijgen dezelfde maaltijden en hebben dezelfde verplichte activiteiten. Zo zullen ze worden tewerkgesteld in onder meer de keuken en de wasserij. Om 22u gaan de lichten onherroepelijk uit. Het stopwoord terminus kan gebruikt worden wanneer voor iemand deze ervaring te veel wordt.
“Dit zijn twee vliegen in één klap. Magistraten weten uiteraard hoe het er aan toegaat in een gevangenis maar het zelf ervaren geeft hen een uniek inzicht die hen kan helpen bij het opleggen van straffen.”, duidt minister Van Quickenborne. “Anderzijds kan het gevangenispersoneel zich voorbereiden op de echte ingebruikname van de gevangenis op 30 september. Ook voor hen is alles nieuw en kunnen ze de werking al in de vingers krijgen. Het gaat immers om een nieuw soort gevangenis met kleine leefeenheden en een moderne aanpak”, aldus minister Van Quickenborne.
Modern gevangenisdorp
De nieuwe gevangenis van Haren zal de gevangenissen van Vorst, Sint-Gillis en Berkendael vervangen en heeft een capaciteit van 1.190 gedetineerden. Het grote verschil met de klassieke gevangenissen is dat het een gevangenisdorp betreft, met kleinere gebouwen en aparte leefeenheden die telkens goed zijn voor zo’n dertig plaatsen. Op die manier kunnen de gedetineerden worden gediversifieerd volgens hun profiel en leeftijd. De leefeenheden worden aangepast aan de noden van de doelgroep. De gedetineerden zullen zich met behulp van een badge vrijer kunnen bewegen binnen de muren dan in een klassieke gevangenis. Er is logischerwijs steeds toezicht, maar vanop afstand. Dit moet meer zinvolle detentie mogelijk maken. In plaats van een open regime als beloning te zien voor goed gedrag, zoals nu vaak het geval is of na het progressief doorlopen van alle regimes, wordt de vraagstelling in Haren omgedraaid. Aan de hand van een Risk & Needs Assessment wordt onderzocht of er tegenindicaties zijn om een gedetineerde in een open regime te plaatsen. De bedoeling is dat 75% van de gedetineerden een plaats krijgen in een leefeenheid met (half)open regime en dus gestimuleerd worden om deel te nemen aan een waaier van activiteiten zoals lessen, tewerkstelling of sport.
Onderscheid tussen toezicht en controle
Een modern gevangenisbeleid is er namelijk niet alleen op gericht gedetineerden op te sluiten, maar ook om hen vanaf dag 1 voor te bereiden op een succesvolle re-integratie in de samenleving. Dit kan dankzij een individueel detentieplan, het aanbieden van werk en opleidingen, aangepaste behandeling en ondersteuning en het ontwikkelen van kleinschalige detentieprojecten. Dit wordt allemaal voorzien in de gevangenis van Haren. De penitentiair beambten spelen in dit verband een belangrijke rol. De praktijk in het buitenland leert ons dat we best een onderscheid maken tussen toezicht en controle. Daarom wordt de functie van penitentiair bewakingsassistent – in de volksmond cipier – vervangen door twee nieuwe functies: detentiebegeleiders en veiligheidsassistenten. De veiligheidsassistenten nemen het bewakingsaspect op zich, terwijl de detentiebegeleiders de gedetineerden actief bijstaan bij het uitwerken van een individueel detentieplan, het zoeken naar zinvolle dagbesteding en de heropbouw van hun leven.
Rudy Van de Voorde, directeur-generaal van de penitentiaire inrichtingen: “Deze immersie biedt magistraten die mensen tot een gevangenisstraf veroordelen, de kans om te ervaren wat het betekent om van je vrijheid beroofd te zijn. Het is ook een bijkomende opportuniteit voor het team in Haren om de site te leren kennen en een transitie in de continuïteit van de voorbereiding van de functie van detentiebegeleider.”
Perscontact:
Edward Landtsheere
Woordvoerder
+32 479 44 93 29