De manier waarop vonnissen en arresten in ons land publiek gemaakt worden en raadpleegbaar zijn, verschilt nauwelijks van de situatie in de 19e eeuw. Nochtans zien we in heel wat andere landen dat het anders kan, met online databanken voor uitspraken van hoven en rechtbanken. Vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne is tevreden dat de kamer het wetsontwerp goedkeurt dat een wettelijk kader voorziet voor een online databank van alle vonnissen en arresten. Gefaseerd zullen alle vonnissen en arresten, weliswaar gepseudonimiseerd, online toegankelijk worden voor iedereen. De databank zal in september 2023 in werking treden. Vanaf dan zullen rechters hun vonnissen en arresten kunnen uploaden.
De openbaarheid van vonnissen en arresten is als fundament vastgelegd in onze grondwet. Vonnissen moeten publiek uitgesproken worden en vrij raadpleegbaar zijn. De manier waarop dit nu wordt aangepakt, is aan vernieuwing toe. Vonnissen worden dan wel mondeling uitgesproken en in het geval van strafzaken ook openbaar in de publiek toegankelijke zittingszaal, momenteel liggen de afgedrukte exemplaren versies verspreid over de hoven en rechtbanken van dit land. Beklaagden, burgerlijke partijen en advocaten moeten zich steeds naar de rechtbank begeven om hun vonnis te aanhoren. Of ze moeten wachten tot het vonnis of arrest in de griffie ligt ter inzage. Een kopie wordt per post opgestuurd, maar daar gaan alweer enkele dagen tot weken over. Het tijdsverlies en de administratieve rompslomp dienen aangepakt te worden.
Parlement keurt wetsontwerp goed
Van bij zijn aantreden maakte vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een speerpunt van digitalisering. In een digitaal tijdperk met snelle en klantvriendelijke dienstverlening mag justitie niet achterophinken. Uit het wetsontwerp dat de minister voorlegde aan de ministerraad, volgde een verdere verfijning en concretisering bij de bespreking in de parlementaire commissie. Dit werd vandaag goedgekeurd in de plenaire zitting.
Gefaseerde inwerkingtreding van de databank
De inwerkingtreding van de wet wordt in twee fases voorzien. In de eerste fase, vanaf 30 september 2023 zullen magistraten alle gevelde vonnissen en arresten kunnen raadplegen in deze databank. Advocaten, beklaagden, burgerlijke partijen en deskundigen zullen eveneens uitspraken in hun specifiek dossier digitaal kunnen inkijken.
In de tweede fase, worden alle vonnissen en arresten openbaar gepubliceerd en voor iedereen raadpleegbaar. Door het openbare karakter is het van belang dat namen en andere persoonsgegevens van privépersonen worden gepseudonimiseerd. Concreet houdt dit in dat ze worden vervangen door pseudoniemen of schuilnamen. Namen van rechtspersonen daarentegen blijven behouden, zoals dat nu al het geval is bij uitspraken van ondernemingsrechtbanken. De start van de tweede fase is gepland op 31 december 2023.
Interne uitbouw van het project
Deze databank zal intern ontwikkeld worden door de FOD Justitie. Enkel voor de automatische pseudonimiseringsmotor en het maken van automatische samenvattingen van vonnissen en arresten zal een externe partner aangesproken worden door middel van een overheidsopdracht.
Privacy verzekerd
De privacy van de privépersonen in de publiek raadpleegbare databank is verzekerd dankzij de pseudonimisering van hun namen. De vonnissen die het ruime publiek zal raadplegen zullen consequent voorzien zijn van de nodige pseudoniemen. Indien belanghebbenden vinden dat de gegevens toch kunnen leiden tot identificatie, is er een verzoek tot aanpassing mogelijk. Namen of gegevens die naar de identiteit van slachtoffers kunnen leiden, worden nooit gepubliceerd. Zo wordt hun privacy beschermd. De drie maanden durende periode tussen de inwerkingtreding van de eerste en de tweede fase dient er dan ook voor om te zorgen dat de pseudonimiseringsmotor volledig afgestemd is op de werking van de rechtbanken, zodat elke mogelijke lacune weggewerkt wordt.
Datagestuurde aanpak voor een veerkrachtig beleid
De voordelen van een centrale databank zijn duidelijk. Een veel grotere efficiëntie en tijdswinst voor de rechtbanken, parketten, advocaten, beklaagden en burgerlijke partijen. Ook het verbruik van papier wordt fors beperkt. Magistraten krijgen meer informatie ter beschikking waarop ze hun beslissingen kunnen baseren. Tot slot stelt het de burger in staat te controleren hoe en volgens welke motivering de rechterlijke macht beslissingen maakt.
Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie:
“Het gaat hier om een cruciale stap in de digitalisering van justitie. Een snelle justitie moet haar uitspraken transparant en eenvoudig ter beschikking stellen van het publiek. Samen met de persrechters zorgen we voor de grondwettelijk gegarandeerde openbaarheid van de uitspraken.”