De ministerraad keurde vandaag een wetsontwerp van minister Van Quickenborne goed dat nieuwe DNA-technieken in strafonderzoeken mogelijk maakt. Er wordt een wettelijk kader voorzien voor familiale zoeking, het opsporen van verdachten via gekende DNA-profielen via naaste familieleden. Ook zullen voortaan DNA-stalen automatisch vergeleken kunnen worden met de nieuwe internationale databank van vermisten en niet-geïdentificeerde personen. Tevens wordt DNA-matching op basis van het Y-profiel mogelijk, door middel van een verplichte analyse en bewaring van het Y-profiel in zedendossiers. Met deze nieuwe onderzoeksinstrumenten zullen speurders meer doorbraken kunnen realiseren in moord-, zeden- en verdwijningsdossiers.
De nationale DNA-databanken (veroordeelden, vermisten, sporen en verdachten) beschikken vandaag over zo’n 120.000 unieke DNA-profielen. Ons land heeft ook toegang tot de DNA-databanken van 23 verschillende landen, zoals vastgelegd in het verdrag van Prüm. Dit gaat om ettelijke miljoenen profielen. Als er genetisch materiaal wordt gevonden naar aanleiding van een misdrijf of verdwijning wordt een staal geanalyseerd en vergeleken met de profielen in deze databanken. Wettelijk mogen enkel rechtstreekse matches worden gemaakt, tussen spoor en een verdachte. Nochtans is het technisch mogelijk om een verdachte te identificeren aan de hand van een gedeeltelijke match met het DNA-profiel van familieleden, de zogeheten familiale zoeking.
Een partiële match kan immers wijzen op een rechtstreekse familiale band. Indien het DNA-profiel van een naast familielid in een van de databanken zit, kan dit voor een doorbraak in het onderzoek zorgen. Op dit moment is het wettelijk echter niet toegelaten om op dergelijke familiale zoeking te doen.
Wettelijk kader voor familiale zoeking
Minister Van Quickenborne werkte, in nauw overleg met het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) en het federaal parket, een wetsontwerp uit dat onder andere de familiale zoeking mogelijk maakt. Zo krijgt Justitie meer slagkracht in onderzoeken naar bijvoorbeeld moord of zedenfeiten. De familiale zoeking kan helpen om een verdachte op het spoor te komen, maar kan uiteraard nooit als
enig bewijs dienen. Het moet de speurders verder op weg helpen om vervolgens via klassieke opsporingsmethoden verdere bewijzen te verzamelen.
Familiale zoeking kan door vergelijking met de profielen die opgenomen zijn in de beschikbare databanken, maar uiteraard kan niemand verplicht worden om DNA af te staan in het kader van een familiale zoeking. Er mag ook uitsluitend in eerste lijn worden gezocht, met name ouders, kinderen, broers en zussen. Enkel de magistraat die het onderzoek leidt, kan opdracht geven om een familiale zoeking te doen. In eerste instantie moet steeds rechtstreeks vergeleken worden. Indien dit niets oplevert, kan men aan familiale zoeking doen.
Sterk wapen in de identificatie van vermisten en niet-geïdentificeerde personen
Een ander element in deze hervorming van de DNA-wetgeving, richt zich op verdwijningsdossiers. Zo wordt het mogelijk om DNA van verwanten van vermiste personen of niet-geïdentificeerde stoffelijke overschotten te linken aan de DNA-profielen in Europese en internationale databanken. Een ervan is het in juni 2021 opgerichte I-Familia van Interpol. In deze databank zitten bijna 10.000 DNA-profielen van niet-geïdentificeerde lichamen en meer dan 1.000 DNA-profielen van verwanten van vermiste personen van over de hele wereld. De aansluiting op I-Familia zal cruciaal zijn in het oplossen van verdwijningsdossiers omdat er voortaan veel breder automatisch gezocht en vergeleken kan worden. Mogelijk leidt deze aansluiting ertoe dat familieleden van verdwenen personen na jaren in het ongewisse alsnog een langverwacht antwoord krijgen op hun vragen.
Y-chromosoom
Ten derde werkt het wetsontwerp een kader uit voor de onderzoekstechniek op basis van het Y-chromosoom. Voortaan zal opstellen van profielen van Y-chromosomen in zedenzaken verplicht zijn. Ook moeten deze verplicht worden opgeslagen in de databank. Daarmee wordt ons land een van de eerste met een dergelijk systeem.
Y-chromosomen komen enkel bij mannen voor en worden haast identiek overgedragen van vader op zoon. Deze Y-profielen zijn met name belangrijk in zedenzaken waar het vaak nodig is om het DNA van de dader te onderscheiden van dat van het slachtoffer. Door deze databank in te voeren, zullen veelplegers ook beter kunnen worden opgespoord.
Langere bewaartermijn
In het licht van steeds beter wordende onderzoekstechnieken en de strijd tegen seksueel geweld is het nodig om niet alleen de DNA-profielen maar ook de DNA-stalen zelf veel langer te bewaren. Daarom voorziet het wetsontwerp dat deze bewaartermijn wordt opgetrokken van 6 maanden tot 30 jaar, naar analogie met de bewaartermijn voor DNA-stalen van sporen.
Volgende stappen
Het wetsontwerp werd vandaag in eerste lezing goedgekeurd tijdens de ministerraad. Het wordt nu ter advies overgemaakt aan de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit. Daarna zal het wetsontwerp, mits eventuele wijzigingen na de adviezen, aan het parlement worden voorgelegd ter stemming.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Onze DNA-wetgeving is verouderd. Er zijn nieuwe technieken die doorbraken in onderzoeken kunnen forceren, maar speurders stoten op wettelijke barrières. Daarom voorzien we met dit wetsontwerp onder andere een wettelijke basis voor het identificeren van verdachten via het DNA van hun naaste familieleden. We maken ook vergelijkingen mogelijk met de nieuwe databank I-Familia van Interpol met DNA van vermiste en niet-geïdentificeerde personen. Bij zedenzaken zal worden verplicht om het Y-profiel van het DNA te bepalen en bewaren. Ook zullen DNA-stalen van veroordeelden 30 jaar bewaard moeten worden. Zo krijgt Justitie meer instrumenten in handen om moorden, zedenfeiten en verdwijningen op te lossen.”