Het boeddhisme zal in ons land officieel erkend worden als niet-confessionele levensbeschouwing. De ministerraad keurde vandaag het wetsontwerp van minister van Justitie Van Quickenborne omtrent deze erkenning goed. De Boeddhistische Unie van België wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de boeddhistische gemeenschap in België en officiële gesprekspartner van de Belgische overheid.
De eerste boeddhistische centra in ons land ontstonden in de jaren ’60. Sindsdien groeide het aantal aanhangers van de levensbeschouwelijke stroming stelselmatig aan, net zoals het aantal boeddhistische organisaties in ons land. Deze organisaties zijn vrij heterogeen van aard, allen binnen de verschillende stromingen van het boeddhisme en met diverse tradities. De Boeddhistische Unie van België (BUB) werd in 1997 opgericht en verenigt het merendeel van de boeddhistische organisaties die actief zijn in België. Intussen zijn 35 organisaties aangesloten bij de BUB. Naar schatting zijn er in ons land zo’n 150.000 aanhangers van het boeddhisme.
Reeds in 2006 diende de Boeddhistische Unie een aanvraag in bij de Belgische regering om het boeddhisme te laten erkennen als een officiële niet-confessionele levensbeschouwing. Sinds eind 2008 krijgt de BUB een jaarlijkse subsidie om zich verder te structureren met het oog op erkenning. Deze legislatuur werd de erkenning van het boeddhisme opgenomen in het regeerakkoord. Minister Van Quickenborne werkte een wetsontwerp uit en dit werd vandaag goedgekeurd door de ministerraad.
Achtste officiële levensbeschouwing
De erkenning betekent dat het boeddhisme de achtste officiële levensbeschouwing van het land wordt, na respectievelijk de Rooms-Katholieke (1830), de Israëlitische (1830), de Anglicaanse (1835), de Protestants-Evangelische (1876), de Islamitische (1974), de Orthodoxe (1985) en de vrijzinnig-humanistische levensbeschouwing (2002).
Het laat de boeddhistische gemeenschap toe om ook financiële ondersteuning te krijgen. De financiering van de erediensten en niet-confessionele levensbeschouwingen is immers een grondwettelijk verankerd principe. Hierdoor heeft men recht op een federale dotatie om de organisatiestructuur van de boeddhistische gemeenschap verder te professionaliseren, wedden en pensioenen van boeddhistische consulenten, adjunct-consulenten, afgevaardigden en aalmoezeniers te betalen en de werkingskosten van het federaal secretariaat te dekken.
Dit federaal secretariaat wordt opgericht binnen de Boeddhistische Unie van België, dat zoals voorzien in het wetsontwerp de officiële vertegenwoordiger van de boeddhistische gemeenschap in ons land en de officiële gesprekspartner van de regering wordt. Het zal onder andere instaan voor de begeleiding en ondersteuning van de 35 lokale boeddhistische instellingen in ons land.
Het door de ministerraad goedgekeurde wetsontwerp wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State en de deelstaten.Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Het boeddhisme heeft intussen zo’n 150.000 aanhangers in ons land. De voorbije decennia heeft deze gemeenschap bewezen dat ze zich ordentelijk intern kan structureren, zowel op administratief en representatief vlak, en een positieve bijdrage levert aan onze samenleving. Ze verdienen deze erkenning waar ze al lang op wachten. Daarom hebben we hier werk van gemaakt.”