Genderfluïde personen die hun geslachtsregistratie opnieuw willen laten aanpassen bij de burgerlijke stand zullen dit binnenkort onbeperkt kunnen. De onherroepelijkheid wordt geschrapt en ook de omslachtige procedure voor de familierechtbank wordt afgeschaft. De commissie Justitie van het federaal parlement heeft hiervoor vandaag het licht op groen gezet, door een wetsontwerp van minister van Justitie Van Quickenborne en staatssecretaris voor gendergelijkheid Leroy aan te nemen. Het wetsontwerp komt tegemoet aan de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof, die delen van de zogenoemde Transgenderwet uit 2017 vernietigde.
Het Grondwettelijk Hof stelde onder andere dat de principiële onherroepelijkheid van een aanpassing van de geslachtsregistratie en de voornaam het gelijkheidsbeginsel schendt ten aanzien van personen met een veranderende genderidentiteit. Mensen die voor de tweede keer hun geslachtsregistratie of voornaam willen aanpassen, moesten volgens de Transgenderwet van 2017 naar de familierechtbank stappen voor een omslachtige procedure. Daarna nóg eens de geslachtsregistratie of de voornaam aanpassen kon echter niet meer. Het Grondwettelijk Hof stelde hierover in het arrest van 29 juni 2019 dat er geen enkele gegronde reden is om een nieuwe aanpassing van de geslachtsregistratie of de voornaam moeilijker te maken of zelfs te verbieden voor trans personen.
De regering werkte daarom aan een reparatie van de Transgenderwet om tegemoet te komen aan deze ongrondwettelijkheid. In maart keurde de ministerraad het wetsontwerp van minister Van Quickenborne en staatssecretaris Leroy goed, een eerste fase van de hervorming. Na positief advies van de Raad van State werd het wetsontwerp vandaag besproken in de commissie Justitie van het federaal parlement, die het wetsontwerp goedgekeurde. Het wetsontwerp wordt nu voorgelegd aan de plenaire vergadering.
Concreet wordt de principiële onherroepelijkheid geschrapt. Dit betekent dat men voortaan meerdere keren van geslacht of voornaam kan veranderen. Ook wordt de procedure voor de familierechtbank afgeschaft. Een aanpassing van de geslachtsregistratie of voornaam zal voortaan steeds kunnen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand via een even eenvoudige procedure als bij de eerste aanpassing. Men hoeft bovendien niet langer twee keer, met een bepaalde termijn ertussen, formeel te bevestigen dat men wel degelijk wil overgaan tot het aanpassen van de geslachtsregistratie of de voornaam.
Bij de volgende fase van de hervorming zal het luik van de erkenningsmogelijkheid voor personen met een non-binaire genderidentiteit worden aangepakt. Het Grondwettelijk Hof stelde immers ook dat het ontbreken van deze mogelijkheid het gelijkheidsbeginsel schendt voor wie zichzelf niet in de categorie van ‘man’ noch ‘vrouw’ kan plaatsen. Voor deze reparatie doet de regering een beroep op experten om de krijtlijnen van de hervorming vast te leggen.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Het is belangrijk dat de rechten van trans personen worden gerespecteerd. Zij moeten hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen volgens hun genderidentiteit, zonder betuttelende of onnodige procedures. Het Grondwettelijk Hof merkte terecht op dat de oorspronkelijke wet hierin tekortschoot. We zetten dit nu recht, zodat trans personen erkend worden om wie ze zijn.”