Wetsontwerp goedgekeurd in eerste lezing in de commissie Justitie
Bij verkeersboetes bestaat het systeem van ‘bevel tot betalen’ al langer wanneer iemand een opgelegde boete niet betaalt. Een dagvaarding voor de rechtbank is niet meer nodig en de FOD Financiën kan de invordering gedwongen opstarten via de belastingen, loonbeslag of een deurwaarder. Het is een efficiënt middel om straffeloosheid en wanbetalers tegen te gaan. De cijfers bewijzen het: 95% (!) van de verkeersboetes vandaag wordt betaald. Minister Van Quickenborne breidt dit principe daarom uit naar de minnelijke schikkingen in correctionele dossiers. In 30% van de dossiers wordt er niet betaald. Door ook in die gevallen een ‘bevel tot betalen’ mogelijk te maken, wordt veel onnodige werklast voor Justitie vermeden en kan er onmiddellijk opgetreden worden. De rechten van verdediging blijven gevrijwaard want men kan steeds beroep aantekenen zodat een rechter zich erover moet buigen. Vandaag keurde de commissie Justitie het wetsontwerp hieromtrent goed in eerste lezing.
Over welke inbreuken gaat het?
Bij bijna 100 misdrijven kan een minnelijke schikking of onmiddellijke minnelijke schikking worden opgelegd. Het gaat om misdrijven zoals fiets- en winkeldiefstal, druggebruik en –bezit, slagen en verwondingen, bedreigingen, weerspannigheid, inbreuken op het rookverbod, graffiti en ander vandalisme, bepaalde inbreuken op de milieuwetgeving en dierenwelzijn, racisme, bepaalde gevallen van verboden wapendracht en valsheid in geschrifte. In die gevallen kunnen de parketten vandaag minnelijke schikkingen opleggen aan de overtreder. Dit gebeurt enkel indien de procureur van oordeel is dat de feiten niet betwist kunnen worden vanwege de bewijslast of indien de overtreder de feiten erkent.
Met de invoering van het ‘bevel tot betalen’ van die minnelijke schikking ontstaan er tal van voordelen. Boetes zullen effectief worden geïnd waardoor er een halt wordt toegeroepen aan de straffeloosheid. Daders krijgen lik-op-stuk en worden snel gecorrigeerd gezien er geen lange procedures voor de rechtbank meer nodig zijn. Omdat er werklast bij de rechtbanken en hoven wordt weggenomen, kunnen zij zich op ernstige feiten en complexe dossiers concentreren.
30% betaalt niet
Jaarlijks worden gemiddeld bijna 14.000 minnelijke schikkingen voor strafrechtelijke inbreuken opgelegd door het Openbaar Ministerie. 30% van die boetes wordt niet of slechts gedeeltelijk betaald. Hierdoor moet het parket de overtreders alsnog voor de rechtbank dagen. De rechters spreken dan in 87% van de gevallen alsnog een geldstraf uit. Samen met de gerechtskosten vallen deze vaak hoger uit dan de initiële minnelijke schikking. Bovendien zorgt dit ervoor dat de rechtbanken heel wat tijd, mensen en middelen moeten steken in het opvolgen van wanbetalers. Dit brengt een hoge maatschappelijke kost met zich mee. Het creëert hoe dan ook een flessenhals en vertraging bij Justitie, wat dan weer nefast is voor andere rechtszoekenden en de indruk kan wekken van straffeloosheid. Verschillende instanties zoals het Rekenhof hebben bovendien al jaren kritiek op Justitie vanwege de gebrekkige financiële strafuitvoering.
Minder hoge kosten voor de samenleving
Minister Van Quickenborne werkte daarom een wetsontwerp uit om de onbetaalde minnelijke schikkingen veel beter te innen zonder hoge kosten voor de samenleving. Dit zal gebeuren via het principe van het ‘bevel tot betalen’, naar analogie met de minnelijke schikkingen voor verkeersmisdrijven. Deze manier van werken in verkeerszaken heeft bewezen dat een consequente vervolging van onbetaalde boetes leidt tot een vermindering van de straffeloosheid, een verhoogde veiligheid op de weg, een hogere graad van vrijwillige betaling en een gelijke behandeling van alle overtreders.
Door de invoering van het ‘bevel tot betalen’ zal het parket de wanbetaler niet langer moeten dagvaarden voor de rechtbank.
Na het verlopen van de betaaltermijn en die van de herinnering zal voortaan een bevel tot betalen worden opgestuurd. Dit is in de eerste plaats opnieuw een uitnodiging om tot betaling over te gaan. Indien de overtreder opnieuw verzaakt aan de betaling, na de derde verwittiging dus, kan de FOD Financiën overgaan tot een gedwongen invordering. Dit gebeurt onder meer door het boetebedrag af te houden van een teruggave van de belastingen, loonbeslag bij de werkgever, beslag te leggen op huurinkomsten of in het uiterste geval zelfs via beslag door een deurwaarder.
Sluitstuk van de ketting
De beoogde wetswijziging verandert niets aan de procedure van de minnelijke schikking, maar zorgt voor een sluitstuk op het einde van de ketting. Beroep aantekenen tegen het bevel tot betalen kan natuurlijk nog steeds, waarop het dossier alsnog voor de rechtbank komt. Zo blijven de rechten van de verdediging te allen tijde gevrijwaard, zoals het Grondwettelijk Hof reeds driemaal bevestigde. Daarnaast is het mogelijk om een afbetalingsplan te vragen.
Het Openbaar Ministerie zal dus voortaan alle minnelijke schikkingen voor misdrijven met een maximumbedrag van 750 euro kunnen omzetten in een bevel tot betalen. Indien minnelijke schikkingen hoger dan dit bedrag niet betaald worden, zullen deze dossiers wel nog voor de rechtbank moeten komen in plaats van het overgaan tot een bevel tot betalen.
Bovendien wordt het proces volledig gedigitaliseerd. Dit gebeurt door deze bevelen tot betalen op te nemen in het boeteplatform van Justitie dat de voorbije jaren haar performantie heeft bewezen. Hierdoor zal ook de overdracht naar de FOD Financiën volledig digitaal kunnen verlopen. Mensen die niet over een computer beschikken, kunnen terecht bij het performante call-center van de dienst Crossborder.
Sinds begin dit jaar heeft Justitie bovendien afbetalingsplannen mogelijk gemaakt.
Het wetsontwerp van minister Van Quickenborne werd vandaag in 1e lezing goedgekeurd door de commissie Justitie van het federaal parlement.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “We proberen alle vormen van straffeloosheid binnen Justitie aan te pakken. Zo blijven 30% van de minnelijke schikkingen onbetaald. Hierdoor moeten deze dossiers alsnog naar de rechtbank en moeten die veel tijd, mensen en middelen steken in het opvolgen van wanbetalers. Net zoals we met de verkeersboetes doen, zorgen we er nu voor dat de FOD Financiën deze minnelijke schikkingen kan innen zonder dat de rechtbanken overbelast worden. Toch blijven de rechten van de verdediging gevrijwaard want beroep aantekenen kan natuurlijk nog steeds.”