Justitie steunt de Blue Hart-campagne tegen mensenhandel van de Verenigde Naties, in samenwerking met de lokale overheden, de drie gespecialiseerde centra voor slachtoffers van mensenhandel (PAG-ASA, Payoke en Sürya) en Myria. Dit jaar is de campagne gericht op bewustmaking rond verontrustende ontwikkelingen en tendensen die de Verenigde Naties in kaart brengt in het Globaal Rapport over mensenhandel 2022. Om meer in te zetten op preventie, identificatie en ondersteuning van slachtoffers het straffen van dadersmoeten we onze inspanningen blijven opvoeren.
Op 24 juli lanceert minister van Justitie Vincent Van Quickenborne de campagne officieel te Luik. Bij die gelegenheid stelt hij het nummer 078 05 58 00 voor, het gloednieuwe unieke telefoonnummer van het Belgisch meldpunt voor slachtoffers van mensenhandel. Die website is voortaan in 24 talen beschikbaar.
Justitie stelt ook bewustmakingsmateriaal ter beschikking van andere overheden en partners. Bovendien zullen ook dit jaar de gevels van verschillende gebouwen in het land ter gelegenheid van die werelddag in het blauw verlicht worden als teken van steun.
Elk slachtoffer van mensenhandel telt, laat niemand achter
De wereldwijde crisissen, de conflicten en de klimaatnood vergroten de risico’s inzake mensenhandel. Wereldwijd zijn miljoenen getroffen personen kwetsbaar voor uitbuiting door mensensmokkelaars.
“Laat niemand achter” betekent in de context van mensenhandel:
- De uitbuiting van slachtoffers van mensenhandel een halt toeroepen.
- De slachtoffers ondersteunen die zijn bevrijd van hun smokkelaars.
- De groepen die het meest kwetsbaar zijn voor smokkelaars beter helpen en beschermen.
Het geld volgen
Om mensenhandel doeltreffend te bestrijden, is het van essentieel belang om de inkomsten uit criminele activiteiten te volgen. Zo stelt de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) een toename vast in het aantal dossiers die aan de gerechtelijke overheden worden overgemaakt. Verschillende criminele structuren maken gebruik van vennootschappen met typische kenmerken. Die vennootschappen zijn actief in onder meer de bouwsector of industriële schoonmaaksector en treden onder de vorm van een netwerk op als platformen voor het witwassen van geld.
Vroeger waren verdachte verrichtingen op rekeningen van dat soort vennootschappen typisch overschrijvingen vanuit allerlei vennootschappen die actief waren in dezelfde sectoren. Ook opnames in cash om zwartwerkers te betalen kwamen vaak terug. In de loop der jaren evolueerde dat meer naar valse facturen waar ernstige sociale en/of fiscale fraude en witwaspraktijken achter schuilgingen. Recent duiken op basis van gerechtelijk onderzoek alsmaar complexere witwasschema’s op. Die wijzen op vertakkingen met netwerken van georganiseerde criminaliteit, waaronder netwerken die gelinkt zijn aan mensenhandel. Er zijn enorme bedragen mee gemoeid, gemiddeld meer dan 2.000.000 euro per dossier.
Samen met politie en justitie kunnen dus ook financiële instellingen een rol spelen in het opsporen van mogelijke situaties van mensenhandel. Dat kan door alert te zijn voor frauduleuze transacties die eigen zijn aan die vormen van criminaliteit.
Interdepartementale Cel versterkt de coördinatie
De Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel en het daaraan gekoppeld Bureau hebben initiatieven uitgewerkt om die alertheid aan te wakkeren. Zo neemt de CFI voortaan deel aan de nationale coördinatie. Uit die samenwerking zijn indicatoren in beeld gebracht om transacties met mogelijke links aan mensenhandel vlotter te herkennen. De Belgische banken beschikken over die lijst en ook andere relevante instellingen worden hiermee verbonden. Daarnaast sporen we meer landen aan om hun Financial Investigating Unit te betrekken bij de coördinatie van het beleid tegen mensenhandel.
Het is dan ook cruciaal om criminele vermogens te identificeren: als het tot een verbeurdverklaring komt, kan de rechter namelijk bepalen dat die middelen worden aangewend voor de schadeloosstelling van slachtoffers.
Federale Gerechtelijke Politie stuurt bij
Voor de Federale Gerechtelijke Politie zijn mensenhandel en mensensmokkel prioriteiten. De trends en evoluties in die vormen van criminaliteit vereisen een voortdurende aanpassing van beleidskeuzes en werkmethoden. De laatste jaren, sinds de coronacrisis, vallen daarbij twee nieuwe tendensen op:
- Criminelen doen een beroep op digitale technologieën om hun slachtoffers te ronselen en hun criminele activiteiten te organiseren en te plannen.
- Minderjarigen zijn steeds vaker het slachtoffer van uitbuiting. Ofwel worden ze seksueel uitgebuit in het kader van prostitutie ofwel worden ze gedwongen tot criminele activiteiten zoals handel in verdovende middelen, inbraken of diefstal met geweld.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Heel wat slachtoffers weten niet dat ze uitgebuit worden door mensenhandelaars omdat ze hun rechten en de arbeidswetgeving niet kennen. Anderzijds worden ze in de macht van mensenhandelaars gehouden, kennen ze het hulpaanbod niet of durven ze niet naar de politie te stappen. Daarom voorzien we een gloednieuw uniek telefoonnummer voor het Belgisch meldpunt voor slachtoffers van mensenhandel dat 24/7 beschikbaar is. Zo verlagen we nog meer de drempel om feiten te melden, aangifte te doen en opgenomen te worden in een hulpcentrum. De nieuwe nationale coördinator Klaus Vanhoutte is de juiste man op de juiste plaats om deze strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel te voeren.”