De toegenomen aanwezigheid van Russische spionageschepen in de Noordzee en de sabotage van de Nord Streampijpleidingen heeft de beveiliging van kritieke onderwaterinfrastructuur in de Noordzee hoog op de agenda gezet. Op de Noordzeetop van 24 april 2023 in Oostende kwamen op Belgisch initiatief verschillende landen bijeen om betere samenwerking te bespreken over de beveiliging van onze energie- en telecommunicatie-infrastructuur. Dat resulteerde in het Noordzee-Veiligheidspact dat nu is ondertekend door zes Noordzeelanden: België, Nederland, Duitsland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Er wordt door België een beveiligd platform, ‘NorthSeal’, opgericht om informatie over beveiligingsincidenten en verdachte scheepsbewegingen uit te wisselen. Daarnaast worden afspraken gemaakt om bij incidenten zo snel mogelijk actie te ondernemen.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne is de aandacht voor eventuele risico’s voor onze kritieke infrastructuur op zee sterk verhoogd. Denk maar aan de sabotage van de Nord Stream-pijpleidingen in de Baltische Zee of de aanwezigheid van Russische spionageschepen in onze wateren.
In het Noordzeegebied ligt heel wat kritieke infrastructuur, zoals onderzeese stroomkabels, gas- en oliepijpleidingen, interconnectoren en windmoleninstallaties. In Zeebrugge komen bijvoorbeeld twee grote gaspijpleidingen aan. De offshore energie op ons deel van de Noordzee is momenteel goed voor 2,2 GW energie en binnenkort voor zo’n 6 GW. Daarnaast liggen er ook voor duizenden kilometers aan datakabels in de Noordzee. Deze zijn belangrijke schakels in de internetverbindingen wereldwijd. Een sterke beveiliging tegen spionage en sabotage van deze kritieke energie- en telecominfrastructuur is cruciaal. Om die reden bracht België vorig jaar tijdens de Noordzeetop in Oostende verschillendeNoordzeelanden bijeen om na te gaan hoe we beter kunnen samenwerken om onze energie- en telecominfrastructuur in de Noordzee beter te beveiligen.
Noordzee-Veiligheidspact
De manier waarop belangrijke offshore- en onderwaterinfrastructuur wordt beveiligd, verschilt van land tot land. Vanwege de vaak onderling verbonden aard van onderzeese infrastructuur is de noodzaak van een gemeenschappelijke aanpak van de beveiliging en bescherming duidelijk.
Deze gedeelde belangen worden nu bevestigd door België, Nederland, Duitsland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken met de ondertekening van het Noordzee-Veiligheidspact. Dit pact moet ervoor zorgen dat offshore- en onderwaterinfrastructuur over de grenzen heen verzekerd is van eenzelfde niveau van beveiliging. Hierbij wordt ingezet op een uniforme aanpak, een betere informatie-uitwisseling en rapportering van incidenten via een beveiligd platform. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de NAVO (waar alle betrokken landen deel van uitmaken) en de EU.
Er werd ook afgesproken om voortaan reeds van bij de ontwikkeling van infrastructuur rekening te houden met de mogelijke risico’s en dreigingen. Dat kan bijvoorbeeld door deze uit te rusten met landingsplaatsen voor drones in de lucht en onder water, akoestische detectieschilden onder water en camerabeveiliging.
België voortrekker inzake maritieme beveiliging
België engageert zich voor het Noordzee-Veiligheidspact door 1 miljoen euro vrij te maken voor de oprichting van NorthSeal, een beveiligd platform voor informatie-uitwisseling tussen de betrokken landen.
Het beoogt niet alleen het delen van informatie over verdachte schepen, scheepsbewegingen en incidenten om de waakzaamheid te verhogen, maar ook het bevorderen van samenwerking tussen de deelnemende landen en de NAVO en EU. Het platform is noodzakelijk voor een veilige en gestructureerde gegevensuitwisseling, inclusief het bewaren van historische gegevens en het delen van goede praktijken. Ons land zal hiervoor beroep doen op de nieuw opgerichte Belgische dienst voor communicatiebeveiliging Belgian Secure Communications (BSC) om het platform te ontwikkelen.
Deze internationale samenwerking sluit aan op de strengere beveiligingsstandaarden die we ook in de Belgische wetgeving hebben voorzien. Sinds begin 2023 is de wet Maritieme Beveiliging van kracht die het onder andere mogelijk maakt om camerabewaking op zee te voorzien. Onder meer op de windmolens is dit het geval en ook op het geplande energie-eiland zullen deze er komen. Daarnaast kunnen ook mobiele camera’s worden ingezet, onder meer op drones of op vaartuigen. Verder zal voor alle infrastructuur op zee een risicoanalyses uitgevoerd worden op basis waarvan beveiligingsplannen moeten opgesteld worden.
Paul Van Tigchelt, minister van Noordzee: “In de Noordzee bevindt zich heel wat kritieke infrastructuur zoals pijpleidingen, stroomkabels en datakabels. Sabotage zou onze energiebevoorrading, internetverbinding of bankverkeer zeer ernstig kunnen verstoren. Die dreiging is reëel, daar mogen we niet naïef in zijn. Om ons hier beter tegen te wapenen, sloten we het Noordzee-Veiligheidspact af met Nederland, Duitsland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Met deze landen gaan we voor een uniforme aanpak van de beveiliging van de kritieke infrastructuur in de Noordzee. Voortaan zullen we dankzij het NorthSeal-platform dat in ons land door BSC ontwikkeld wordt, ook veel meer informatie kunnen uitwisselen tussen de zes landen over incidenten en verdachte handelingen. Ons land investeert daarom 1 miljoen euro in de ontwikkeling van dit nieuw beveiligd communicatieplatform.”