“Werken moet het uitgangspunt worden van een gevangenisstraf. Het is de beste manier om te re-integreren, slachtoffers terug te betalen, structuur te krijgen en een leven op te bouwen zonder criminaliteit.” Minister van Justitie Van Tigchelt wil gedetineerden massaal aan de slag en stelt onder andere een gevangeniswebshop en grootschalige samenwerkingen met bedrijven in knelpuntsectoren voor. Maar hij durft ook nog een stap verder te gaan. “Voor een bepaalde groep is het nodig om een tijd lang uit de samenleving te worden verwijderd vanwege de feiten die ze hebben gepleegd. Maar ook zij kunnen werken. Beter twee jaar op zee centen verdienen in en daarmee slachtoffers vergoeden, dan twee jaar niets doen tussen de celmuren. Iedereen moet zich nuttig maken.”
In februari werd met het nieuw Strafwetboek een hedendaagse basis gelegd voor het gevangenisbeleid in ons land. De gevangenisstraf is niet langer het uitgangspunt van straffen, wel alternatieve straffen die veroordeelden beter tot inkeer brengen en op het rechte pad brengen. “De volgende stap is nu het uitwerken van een Strafuitvoeringswetboek, dat vastlegt hoe straffen ingevuld kunnen en moeten worden. Op dit moment is de strafuitvoering namelijk geregeld in enkele versnipperde, afzonderlijke wetten. Er zit geen visie of rode draad in.” Minister van Justitie Van Tigchelt stelde met het Koninklijk Besluit van 13 maart 2024 een expertencommissie aan die zo’n Strafuitvoeringswetboek moet voorbereiden, zodat het klaarligt voor een volgende regering. Volgens minister Van Tigchelt moet werken meer dan ooit centraal staan in dat Strafuitvoeringswetboek. “Het is de beste manier om een eerlijke stiel te leren, te re-integreren in de samenleving, structuur te krijgen in het leven en slachtoffers te vergoeden.”
Kostprijs van een gedetineerde: 150 euro per dag
In de gevangenissen zitten nu meer dan 12.000 mensen die de samenleving veel geld kosten. “Een gedetineerde kost gemiddeld zo’n 150 euro per dag. Dat is een serieuze kost. Veroordeelden zonder meer opsluiten, zorgt bovendien niet voor veiligheid op lange termijn. Wie in de gevangenis belandt, heeft 70% kans om ooit te hervallen in criminele feiten”, aldus de minister. Projecten zoals Cellmade zorgen daarom voor werk in de gevangenis. Bepaalde gedetineerden werken ook buiten de gevangenis of detentiehuis, via uitgaansvergunningen. Toch is het voor veel gedetineerden zo dat ze de ganse dag niets nuttigs doen.
“We moeten dit dus radicaal omdraaien. Werken als gedetineerde moet de norm worden: in de gevangenis, maar wanneer zij in aanmerking komen voor voorwaardelijk invrijheidsstelling, ook daarbuiten. We kunnen gedetineerden bijvoorbeeld inschakelen in knelpuntberoepen”, vervolgt Van Tigchelt. Hij denkt daarvoor onder andere aan samenwerkingscontracten met bedrijven in knelpuntsectoren maar ook aan een gevangeniswebshop waar in de gevangenis gemaakte producten rechtstreeks aan de consument worden verkocht.
Gedetineerden twee jaar op zee sturen
“Gedetineerden die in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling kunnen buiten de gevangenis werken onder strikte voorwaarden of bijvoorbeeld elektronisch toezicht. Zo moet in het Strafuitvoeringswetboek staan hoe het loon verdeeld wordt onder de vergoeding van het slachtoffer, het dekken van kosten voor een verblijf in de gevangenis en het betalen van openstaande schulden en boetes. De gedetineerde moet uiteraard ook iets overhouden en opbouwen, zodat die een nieuw leven kan beginnen na strafeinde en de nodige werkethiek heeft aangeleerd. Maar werken tijdens de strafuitvoering moet in de eerste plaats onlosmakelijk verbonden zijn met het betalen van een schadevergoeding. Ook dat moet in de wet.”
De minister geeft aan dat werken buiten de gevangenis niet op iedereen toepasbaar is. “Er is zeker een categorie van veroordeelden die voor een tijd uit de samenleving onttrokken moet worden door de aard van de gepleegde feiten en de slachtoffers. Maar ook hiervoor is er een oplossing. Geef hen bijvoorbeeld de kans om op zee te gaan werken, weg uit de samenleving maar toch nuttig bezig. Stel dat er bijvoorbeeld nog twee jaar celstraf open staat, geef dan de keuze om die twee jaar op zee te gaan werken. Bijvoorbeeld in de baggersector. Ook hier kunnen we samenwerkingsverbanden smeden met de privésector.”
Realistische oplossing “Ik heb al voorstellen gehoord over gevangenisboten, gevangenissen op onbewoonde eilanden en gevangenissen huren in Kosovo of Marokko. Dat is populisme en brengt bovendien allemaal niets op. Daar wordt niemand beter van. De slachtoffers niet, de samenleving niet, u en ik niet, de gedetineerde niet. Het kost alleen maar geld”, aldus Van Tigchelt. “Maar massaal aan het werk en eerlijk je brood verdienen, dat is de toekomst van de strafuitvoering én realistisch, zowel tijdens detentie als tijdens strafuitvoeringsmodaliteiten. Aan het einde van de rit hebben gedetineerden iets opgebouwd, een stiel geleerd en werkethiek geleerd, de slachtoffers vergoed en structuur gekregen. Dat is het beste middel tegen criminaliteit. Bovendien kost het de samenleving veel minder geld. Ook de gevangenissen zullen minder vol zitten.”