Nieuw wetsontwerp om wachttijden tot 28 maanden weg te werken
Nederlandstalige slachtoffers van opzettelijke gewelddaden die financiële hulp nodig hebben, moeten momenteel gemiddeld 28 maanden wachten vooraleer hun dossier behandeld is door het slachtofferfonds. Vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne neemt concrete maatregelen om die doorlooptijd fors te doen dalen en slachtoffers sneller van financiële hulp te voorzien. Eerder werden al middelen vrijgemaakt om een extra Nederlandstalige kamer op te richten en drie extra medewerkers aan te werven. Vandaag is op de ministerraad een wetsontwerp goedgekeurd dat een versnelde schriftelijke procedure mogelijk maakt voor wie dat wenst. De leden van het fonds krijgen ook betere toegang tot de dossiers van de rechtbank zodat ze sneller kunnen oordelen.
Wie slachtoffer wordt van geweld en daardoor met financiële problemen kampt, kan rekenen op een financiële tussenkomst van het slachtofferfonds, ook gekend als de Commissie voor Financiële Hulp. Bij ernstige feiten lopen de kosten voor medische en psychologische hulp immers vaak hoog op. Enerzijds zijn sommige veroordeelde daders onvermogend om die geleden schade te vergoeden. Anderzijds raken slachtoffers in financiële problemen, omdat ze al met torenhoge kosten worden geconfronteerd vooraleer een proces van start gaat.
Er zijn vier te onderscheiden soorten van hulp: (1) hoofdhulp voor alle geleden schade als gevolg van de feiten, (2) noodhulp indien er nog geen proces is geweest maar de situatie hoogdringend is, (3) aanvullende hulp wanneer de schade is toegenomen na een eerdere toekenning en (4) uitzonderlijke hulp indien de feiten meer dan tien jaar oud zijn en er eerder hoofdhulp werd toegekend. In alle categorieën kan maximaal 125.000 euro worden uitgekeerd, behalve bij noodhulp, waar de bovengrens 30.000 euro bedraagt.
Wachttijden van meer dan twee jaar
Het slachtofferfonds buigt zich objectief over de verzoeken op basis van een strafdossier, medische attesten, facturen en andere documenten. Ook aanverwanten van slachtoffers van opzettelijke gewelddaden komen in aanmerking indien ze psychologische schade leden. Vorig jaar kende het slachtofferfonds 988 keer financiële hulp toe, per dossier gemiddeld 10.825 euro. In totaal werd ongeveer 14 miljoen euro uitgekeerd, het hoogste bedrag van de laatste jaren. Van dat totaalbedrag is 30% toegekend in dossiers van opzettelijke doding of pogingen daartoe, 25% in dossiers van opzettelijke slagen en verwondingen, 17% in zedenzaken, 10% inzake arbeidsongevallen, 10% inzake diefstal met geweld en 6% in dossiers van intrafamiliaal geweld.
Bij het begin van de legislatuur werd vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne geconfronteerd met enorm lange doorlooptijden bij het slachtofferfonds, vooral aan Nederlandstalige kant. Wie in 2021 een financiële hulp kreeg, had daar gemiddeld 28,6 maanden of 858 dagen op moeten wachten. In 2020 liepen de wachttijden zelfs nog iets langer op. De totale achterstand bedraagt zo’n 800 dossiers. Dat is enerzijds te wijten aan een structureel onevenwicht tussen de Nederlandstalige en Franstalige dossiers, met name 55% ten opzichte van 45%. Anderzijds werden sommige medewerkers van de Nederlandstalige kamer die met pensioen gingen niet tijdig vervangen.
Versnelde schriftelijke procedure
Vanaf het begin van de legislatuur werkte de minister aan een plan van aanpak om die doorlooptijden te beperken zodat slachtoffers minder lang in de kou blijven staan. Zo werd eerder al budget vrijgemaakt voor drie extra medewerkers en ter oprichting van een extra Nederlandstalige kamer bovenop de huidige drie Nederlandstalige, drie Franstalige en een terrorismekamer.
De procedure voor de toekenning van financiële hulp was oorspronkelijk niet bedoeld om slachtoffers de gelegenheid te geven hun gevoelens te uiten. Maar in de praktijk vervult de commissie deze essentiële taak dagelijks, door aan de slachtoffers die hier nood aan hebben een luisterend oor te bieden. Een op de vier verzoekers vraagt om door de commissie te worden gehoord. Voor de andere verzoekers is dit niet nodig. Daarom werd op de ministerraad een wetsontwerp goedgekeurd waarin een nieuwe, versnelde schriftelijke procedure is vervat. Slachtoffers die dit wensen, zullen op deze wijze hun verzoeken kunnen indienen en laten behandelen. Bij deze procedure moeten de partijen niet fysiek gehoord worden en kan veel sneller financiële hulp worden toegekend op basis van de voorgelegde stukken. Het wetsontwerp wordt nu opgestuurd naar de Raad van State en daarna ter stemming voorgelegd aan het parlement.
Daarnaast voorziet het wetsontwerp dat het slachtofferfonds voortaan financiële hulp zal kunnen toekennen terwijl schade slechts deels definitief is vastgesteld, bijvoorbeeld in afwachting van een deskundigenonderzoek. Zo kan sneller financiële hulp worden toegekend zodat cruciale fases in het herstelproces niet worden gedwarsboomd door een gebrek aan financiële middelen. Op een later tijdstip kan het fonds dan oordelen over definitieve kosten.
Betere toegang tot dossiers
Naast de oprichting van de extra Nederlandstalige kamer, de aanwerving van drie nieuwe medewerkers en het wetsontwerp inzake de versnelde schriftelijke procedure, laat de minister de diensten van het slachtofferfonds aansluiten op het dossierbeheerssysteem waarmee de rechtbanken werken. Zo kan het fonds gemakkelijker dossiers raadplegen en dus sneller beslissingen nemen. Alle maatregelen en wetswijzigingen moeten de doorlooptijd en de door de jaren heen opgebouwde achterstand fors verminderen.
Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “Dat slachtoffers van gewelddaden meer dan 28 maanden moeten wachten op een financiële tegemoetkoming, is ons land en ons justitiesysteem onwaardig. Vanaf het begin van de legislatuur heb ik er een prioriteit van gemaakt om dit probleem structureel aan te pakken. Justitie moet sneller, menselijker en straffer worden. De nieuwe versnelde procedure zal trouwens niet enkel zorgen voor snellere doorlooptijden, maar ook voor minder rompslomp voor de slachtoffers.”
Perscontact
Edward Landtsheere
Woordvoerder
+32 479 44 93 29