Winkeldiefstal is nog steeds een veelvoorkomende vorm van criminaliteit die, in tegenstelling tot andere vormen van diefstal, de laatste jaren niet is afgenomen. Iedere handelaar maakt het wel eens mee en vaak wordt er geen aangifte gedaan. Om die straffeloosheid tegen te gaan, voerden minister van Justitie Vincent Van Quickenborne en het College van procureurs-generaal vorig jaar lik-op-stukboetes of onmiddellijke minnelijke schikkingen in voor winkeldiefstal. Hiermee kan de politie de dader ter plaatse meteen een boete tot 350 euro opleggen. Tot op heden zijn al 312 lik-op-stukboetes voor winkeldiefstallen uitgeschreven. De politie en het parket van Limburg zijn hierin koplopers, met 120 lik-op-stukboetes voor winkeldiefstal in de provincie. Intussen is het tempo opgedreven naar bijna 60 boetes per maand. Minister Van Quickenborne, Unizo en Comeos roepen de handelaars dan ook op om steeds aangifte te doen zodat er nog veel meer volgen.
Bij diefstallen met geweld, woninginbraken, zakkenrollerij en andere vormen van diefstal gaat het aantal vaststellingen jaar na jaar naar beneden. Zo is het aantal feiten van zakkenrollerij en woninginbraken de laatste tien jaar met meer dan de helft gedaald. Ook het aantal diefstallen met geweld, al dan niet gewapend, is bijna gehalveerd. Bij winkeldiefstallen zien we echter dat het aantal aangiftes constant blijft. Nagenoeg elke winkel wordt hiermee geconfronteerd en het zorgt voor frustratie en inkomstenverlies.
Toch is er vaak onvoldoende aangiftebereidheid bij winkeliers. Dit wordt gestimuleerd vanuit een gevoel dat een aangifte toch niets uithaalt en uit vrees voor administratieve rompslop. Het zorgt voor een vicieuze cirkel waarbij winkeldieven zich straffeloos wanen.
Lik-op-stukbeleid
Om die problematiek aan te pakken, introduceerden minister van Justitie Vincent Van Quickenborne en het College van procureurs-generaal vorig jaar lik-op-stukboetes voor winkeldiefstallen. Hierbij kan de opgeroepen politie onmiddellijk een boete of een onmiddellijke minnelijke schikking (OMS) tot 350 euro opleggen aan de winkeldief.
De mogelijkheid om een lik-op-stukboete op te leggen voor winkeldiefstallen, volgt uit een omzendbrief van het College van procureurs-generaal die op het hele grondgebied van toepassing is. Zo moet de winkeldief op heterdaad betrapt zijn, de feiten erkennen en dus akkoord gaan om de boete te betalen. Indien aan deze voorwaarden voldaan is dan kan de lik-op-stukboete voorgesteld worden door de politie aan de dader. De dader moet ook de eventuele schade vergoeden aan de winkelier.
Men kan het bedrag van de boete ter plaatse overschrijven via een betaalterminal of QR-code, of binnen de vijftien dagen via een klassiek overschrijvingsformulier. Indien de persoon niet instemt met de lik-op-stukboete of die niet binnen een bepaalde periode betaalt, zal het parket de zaak voor de rechtbank brengen, waar hij of zij mogelijk nog een veel zwaardere straf riskeert.
Het doel van deze procedure is de bestraffing van kleine criminaliteit versnellen. Zo wordt de winkeldief onmiddellijk geconfronteerd met de gevolgen van zijn daden en is er minder kans op recidive. Ook de winkeliers zien onmiddellijk dat er gevolg gegeven wordt aan hun aangifte. Intussen kunnen de parketten zich concentreren op complexere onderzoeken zoals bijvoorbeeld rondtrekkende dievenbendes.
Steeds meer ingeburgerd, maar vooral in Limburg
Na 1 jaar zien we dat het principe van de lik-op-stukboetes voor winkeldiefstal begint ingeburgerd te raken. Intussen worden maandelijks gemiddeld bijna 60 lik-op-stukboetes uitgedeeld, komende van gemiddeld 10 in de beginmaanden. Zo zijn in een jaar tijd 312 lik-op-stukboetes voor winkeldiefstal uitgedeeld in het hele land. Al zien we wel regionale verschillen. Zo is Limburg koploper met 120 lik-op-stukboetes voor winkeldiefstal in een jaar tijd.
Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne is tevreden dat er meer en meer gebruik wordt gemaakt van de lik-op-stukboetes, maar stelt ook nog groeimarge vast. Hij roept de winkeliers op om altijd aangifte doen bij diefstal en vraagt alle politiezones en parketten om maximaal gebruik te maken van het systeem.
De aanpak van het Limburgse parket is een voorbeeld, met een goede samenwerking met de politie en de aanstelling van een referentiemagistraat die ervoor zorgt dat alles vlot verloopt. Bovendien wordt de administratieve afhandeling van de lik-op-stukboetes verwerkt door de centrale dienst Crossborder die ook de verkeersboetes opvolgt. Zo is de werklast voor het parket minimaal.
Indien er niet onmiddellijk aangifte wordt gedaan door de winkelier, kan er ook geen lik-op-stukboete volgen. Daarom is het belangrijk dat de handelaars het systeem van lik-op-stukboetes kennen en aangespoord worden om meteen de politie te verwittigen. Daarom werkt Justitie samen met handelsfederaties Unizo en Comeos, die het principe nog meer zullen verduidelijken aan hun leden.
Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “Winkeldiefstallen zijn een hardnekkig fenomeen. In tegenstelling tot andere vormen van diefstal, neemt het aantal winkeldiefstallen de laatste jaren amper af. Een van de redenen daarvoor, is het gevoel van straffeloosheid: winkeldieven die denken dat ze ongestraft hun gang kunnen gaan en winkeliers die denken dat er toch niets met een aangifte wordt gedaan. Om de vicieuze cirkel te doorbreken en straffeloosheid tegen te gaan, hebben we de lik-op-stukboetes ingevoerd. Dat systeem begint op dreef te komen, zeker hier in Limburg, waar het parket een voortrekkersrol speelt. Maar we zijn er nog lang niet. Ik wil dat iedere op heterdaad betrapte winkeldief onmiddellijk bestraft wordt. Daaraan zal iedereen aan moeten bijdragen. Winkeliers door meer aangifte te doen, politie en parket door het systeem van lik-op-stukboetes consequent toe te passen.”
Pieter Strauven, Substituut-procureur des Konings: “Het parket Limburg zet al jaren maximaal in op afhandelingsmethodes die effect hebben op de veiligheid in onze samenleving. Vaak voorkomende criminaliteit, zoals winkeldiefstallen, moet immers meteen aangepakt worden. Des te sneller politie en Justitie een signaal geven, des te groter de impact op slachtoffer en dader. Vandaar dat het parket Limburg samen met de Limburgse politie al sedert 2015 startte met het toepassen van Onmiddellijke Minnelijke Schikkingen (OMS), waarna deze lik-op-stuk afhandeling in 2022 nationaal werd overgenomen. Door zulke automatismen in te bouwen zorgen we er bovendien voor dat capaciteit nog beter kan ingezet worden om o.a. georganiseerde misdaad te vervolgen.”
Dominique Michel, CEO Comeos: “Comeos ondersteunt het initiatief van de OMS omdat het de afhandeling van een winkeldiefstal efficiënter maakt en ook een duidelijk signaal geeft dat diefstal niet wordt getolereerd. Maar we hebben nog een weg af te leggen. We hopen dat het systeem in heel het land zal worden toegepast en dat daarbij de handelaar correct wordt vergoed. Dat is belangrijk voor onze handelaars: dat ze weten dat politie en parket de OMS in al hun winkels zullen toepassen en dat zo ook zij kunnen rekenen op een vergoeding.”
Luc Ardies, algemeen directeur UNIZO Winkelraad: “Onze eigen ledenenquête wijst uit dat negen op tien zelfstandige supermarkten wekelijks worden bestolen en dat winkeldiefstal na personeel, huur en energie ondertussen de vierde grootste kost is geworden. Het is evident dat recidive nog altijd door het parket moet vervolgd worden, maar door het lik-op-stuk beleid kan de politie daders onmiddellijk bestraffen. Hierdoor wordt een halt toegeroepen aan de straffeloosheid en kan ook de aangiftebereidheid bij de winkeliers verhogen. Het lik-op-stuk beleid of ‘OMS’ is een belangrijk signaal dat winkeldiefstal eindelijk ernstig genomen wordt. Uit onze enquête blijkt dat het momenteel nog in de kinderschoenen staat, het is het afgelopen jaar bij elf procent van de supermarkten toegepast. We pleiten dan ook voor een grotere bekendmaking van dit systeem en de toepassing op het terrein door winkeliers, politie en parket. UNIZO en Buurtsuper.be vragen ook dat er op toegezien wordt dat de winkelier zijn schade vergoed ziet, zonder dat hij afzonderlijk naar de rechtbank moet stappen indien de dief niet betaalt.”