De ministerraad heeft vandaag het eerste luik goedgekeurd van de reparatie van de zogeheten Transgenderwet, dit conform de opmerkingen in het arrest van het Grondwettelijk Hof die aanleiding gaven tot vernietiging van bepaalde elementen uit de Transgenderwet van 25 juni 2017. In deze eerste fase wordt de zogenoemde onherroepelijkheid en de procedure voor de familierechtbank geschrapt. Dit houdt in dat mensen die opnieuw hun geslachtsregistratie willen laten aanpassen dit eenvoudig zullen kunnen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Het Grondwettelijk Hof stelde onder andere dat de principiële onherroepelijkheid van een aanpassing van de geslachtsregistratie en de voornaam het gelijkheidsbeginsel schendt, dit ten aanzien van personen met een veranderende genderidentiteit. Mensen die voor de tweede keer hun geslachtsregistratie of voornaam willen aanpassen, moesten volgens de Transgenderwet van 2017 naar de familierechtbank stappen voor een omslachtige procedure. Daarna nóg eens de geslachtsregistratie aanpassen – of de voornaam wegens transreden – kon echter niet meer. Het Grondwettelijk Hof stelt hierover dat er geen enkele gegronde reden is om een nieuwe aanpassing van de geslachtsregistratie of de voornaam moeilijker te maken of zelfs te verbieden voor trans personen.
De regering werkte aan een reparatie van de Transgenderwet uit 2017 om tegemoet te komen aan de tekortkomingen zoals gesteld in het arrest van het Grondwettelijk Hof. Vandaag keurde de ministerraad hierover een wetsontwerp van minister Van Quickenborne goed. Het gaat om de eerste fase in de hervorming.
Concreet wordt de principiële onherroepelijkheid geschrapt. Dit betekent dat men voortaan meerdere keren van geslacht en van voornaam mag veranderen. Ook wordt de procedure voor de familierechtbank afgeschaft. Een aanpassing van de geslachtsregistratie of voornaam zal voortaan steeds kunnen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand via een even eenvoudige procedure als bij de eerste aanpassing. Men hoeft bovendien geen tweede keer na elkaar, met een bepaalde termijn ertussen, formeel te bevestigen dat men wel degelijk wil overgaan tot het aanpassen van de geslachtsregistratie of de voornaam.
Nu de ministerraad het wetsontwerp heeft goedgekeurd, wordt het voorgelegd aan de Raad van State voor advies. Bij de tweede fase van de hervorming zal het luik van de erkenningsmogelijkheid voor personen met een non-binaire genderidentiteit worden aangepakt. Het Grondwettelijk Hof stelde immers ook dat het ontbreken van deze mogelijkheid het gelijkheidsbeginsel schendt voor wie zichzelf niet in de categorie van ‘man’ noch ‘vrouw’ kan plaatsen. Voor deze reparatie zal de regering een beroep doen op experten om de krijtlijnen van de hervorming vast te leggen.
Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “Het is belangrijk dat de rechten van trans personen worden gerespecteerd en zij hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen volgens hun genderidentiteit, zonder betuttelende of onnodige procedures. Daarom is de transgenderwet belangrijk. Maar het Grondwettelijk Hof merkte terecht op dat de oorspronkelijke wet hierin tekortschoot. Dat willen we nu rechtzetten met dit wetsontwerp, zodat trans personen erkend worden om wie ze zijn.”