Liefst 70% van de gedetineerden in ons land komt binnen de vijf jaar opnieuw voor een rechter. Met deze hoge recidivecijfers is België een van de slechtste leerlingen van de Europese klas. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne wil dit percentage fors terugdringen en trok bij het begin van de legislatuur de nodige budgetten uit om overal in het land herstelkamers in te voeren in de correctionele rechtbanken. Volgens onderzoek doet dit de recidivekans bij beklaagden met 31% dalen. Bij het begin van de legislatuur waren er 5 herstelkamers. Intussen bestaan er 11 herstelkamers en zullen nog eens 11 van start gaan in september 2023 en begin 2024, wat het totaal op 22 zal brengen. Herstelkamers starten vanuit de visie dat eerst onderliggende problematieken moeten worden aangepakt vooraleer Justitie een veroordeling uitspreekt.
De rechtbank van Gent ging reeds in 2008 van start met een herstelkamer, naar analogie met de Amerikaanse en Canadese ‘Drug Treatment Courts’. De Universiteit van Gent nam gedurende 18 maanden de werking van de Gentse herstelkamer onder de loep. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat beklaagden 31% minder kans maken op recidive als ze in zo’n hersteltraject stappen, in vergelijking met de controlegroep die een klassiek proces meemaakte. Drie op vier van de beklaagden in de herstelkamers recidiveerde bovendien niet in de eerste 18 maanden na de veroordeling. De rechtbanken van Brugge, Antwerpen, Mechelen en Charleroi volgden het Gentse voorbeeld.
In de strijd tegen recidive besloot de minister 4,6 miljoen euro uit te trekken voor benoeming van 24 extra magistraten en de aanwerving van 24 griffiers en 24 assistenten om de rechtbanken eerste aanleg te versterken en onder meer het principe van de herstelkamers uit te breiden naar het hele land. Stilaan krijgt dit netwerk van herstelkamers vorm. Sinds de start van de legislatuur zijn intussen ook de rechtbank van Turnhout, Hasselt, Tongeren, Kortrijk, Veurne en Ieper met een herstelkamer van start gegaan. Dit brengt het totaal thans op 11.
Daarnaast plannen nog 11 rechtbanken om deze legislatuur een herstelkamer op te richten: Leuven, Bergen, Doornik, Namen, Dinant, Nijvel, Aarlen, Marche-en-Famenne en Neufchâteau, Oudenaarde en Dendermonde. Dit zal het totaal op 22 rechtbanken met herstelkamers brengen tegen het einde van de legislatuur. Bij de andere rechtbanken, met name de Nederlandstalige en Franstalige correctionele rechtbanken van Brussel, Luik, Verviers, Hoei en Eupen moet eerst nog extra capaciteit worden gecreëerd bij de magistratuur en justitiehuizen om herstelkamers ten uitvoer te leggen.
Een herstelkamer: hoe werkt het?
Een straf is pas zinvol als deze ook een gedragsverandering teweegbrengt bij de veroordeelde. Vaak zien we echter dat veroordeelden keer op keer opnieuw voor de strafrechter verschijnen wegens een achterliggende problematiek zoals een verslaving of een gedragsstoornis. Dit kan gaan om een drugs-, alcohol-, of gokverslaving, maar evengoed een agressieprobleem of bijvoorbeeld kleptomanie. In een herstelkamer wordt eerst gewerkt aan deze problematiek vooraleer de rechter een oordeel velt.
Indien een beklaagde de feiten erkent en op het proces akkoord gaat met een hersteltraject, kan de rechter beslissen om het proces uit te stellen en volgen er meerdere tussentijdse evaluatiemomenten. Indien er een drugsprobleem is, zal de beklaagde zich moeten engageren om zich hiervoor te laten opnemen of om gedurende een langere periode negatieve drugstesten voor te leggen. Indien iemand een agressieprobleem heeft, zal men bijvoorbeeld een cursus agressiebeheersing moeten volgen of in therapie gaan bij een psycholoog. De mogelijkheden om de precieze aanpak van het hersteltraject af te stemmen op de situatie van de beklaagde zijn divers. De beklaagde dient zich strikt te houden aan het traject dat de rechtbank uittekent.
Tijdens de evaluatiemomenten onderzoekt de rechter of de beklaagde al dan niet progressie boekt en nog steeds gemotiveerd is om aan de problemen te werken. Indien het doorlopen van het traject positief wordt bevonden en de achterliggende problematiek weggewerkt wordt, zal de rechter daar rekening mee houden in de straftoemeting. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in een zachtere sanctie of een voorwaardelijke in plaats van een effectieve bestraffing. Zo kan men zich verder laten begeleiden en kunnen de voorwaarden blijven doorlopen, zodat Justitie de situatie kan blijven opvolgen. Indien het hersteltraject een maat voor niets bleek en de beklaagde zich helemaal niet houdt aan de afspraken, zal de rechter hier ongetwijfeld ook mee rekening houden in de straftoemeting. Logischerwijs zal dit minder gunstig uitdraaien voor de beklaagde. De rechter blijft uiteraard vrij in zijn interpretatie van de feiten en de straftoemeting.
Kamer voor intrafamiliaal geweld in Mechelen
In de rechtbank van eerste aanleg in Mechelen bestaat het principe van de herstelkamer voor drugsproblematieken reeds sinds 2018. In 2021 werd er ook een gespecialiseerde herstelkamer voor daders van intrafamiliaal geweld opgericht. De bedoeling is om die daders, meestal bij tijdelijke uithuiszettingen, begeleid en op een geweldloze manier opnieuw naar huis te laten keren. De voorwaarde is uiteraard dat de beklaagde en het slachtoffer beide wensen om herenigd te worden. Meestal worden hersteltrajecten opgestart bij partnergeweld. Ook bij feiten van geweld door meerderjarige kinderen ten aanzien van hun ouders kan een hersteltraject worden opgestart.
Tijdens zo’n hersteltraject van maximaal 1 jaar wordt het tijdelijk huisverbod opgeheven en kan de beklaagde opnieuw thuis intrekken. Aan de dader wordt duidelijk gemaakt dat de gevangenis wenkt bij het minste feit van agressie en er een opschorting bekomen kan worden indien men zich herpakt. De thuissituatie wordt dan nauw opgevolgd door het Family Justice Center en de justitie-assistent, die telkens verslag uitbrengen aan de rechtbank en het openbaar ministerie. Het koppel in kwestie moet koppeltherapie volgen en daders die kampen met bijvoorbeeld een verslavingsproblematiek of een agressiestoornis, moeten stappen ondernemen om hiervan af te raken. De rechtbank verlangt hier uiteraard ook bewijs van. Elke maand wordt het koppel – of ouder en kind – dan samen verwacht op de zitting, waarbij de rechter hen bevraagt over de thuissituatie en de geboekte progressie.
Het voordeel van deze werkwijze is dat er grondig aan thuisrelaties wordt gewerkt onder toeziend oog van de rechtbank. Daders komen tot het besef dat hun gedrag onaanvaardbaar is en het ook anders kan. De werkwijze is veel meer aanklampend dan bij een voorwaardelijke celstraf en de opvolging gebeurt veel nauwgezetter. Daders beseffen bovendien dat ze hun gedrag moeten aanpassen want anders hangt er mogelijk een effectieve celstraf boven het hoofd. Intussen zijn er al een twintigtal hersteltrajecten voor intrafamiliaal geweld opgestart in de rechtbank van Mechelen en momenteel zijn er nog acht dossiers lopende. Wat alle zaken gemeen hebben, is dat er sinds de opstart geen enkel feit van geweld meer werd gepleegd binnen het gezin.
Wettelijke basis
Minister van Justitie Van Quickenborne is ervan overtuigd dat de invoering van de herstelkamers zal bijdragen tot een betere rehabilitatie van delinquenten, omdat Justitie zo meer mogelijkheden heeft om aan onderliggende problematieken te laten werken. Dit moet ervoor zorgen dat minder veroordeelden opnieuw strafbare feiten plegen en de recidivecijfers afnemen.
Hoewel de wet hersteltrajecten niet uitsluit en de herstelkamers in de praktijk reeds functioneren, is er volgens minister van Justitie Van Quickenborne nood aan een wettelijk kader. Elke rechtbank heeft immers eigen specifieke modaliteiten rond hersteltrajecten en het is de bedoeling om de werken meer te harmoniseren en op elkaar af te stemmen. Bovendien is een wettelijke basis nodig om ervoor te zorgen dat tussenkomsten van de justitiehuizen gefinancierd worden. Daarom heeft minister Van Quickenborne samen met de deelstaten een wetsontwerp uitgewerkt. Dit wetsontwerp werd reeds ingediend in het parlement en goedgekeurd in eerste lezing door de commissie Justitie van het federaal parlement. Na de tweede lezing en een eventuele goedkeuring, wordt het wetsontwerp voorgelegd aan de plenaire vergadering.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Een straf is pas zinvol als deze ook een gedragsverandering teweegbrengt bij de veroordeelde. Vaak zien we echter dat veroordeelden keer op keer opnieuw voor de strafrechter verschijnen, met een verslavingsproblematiek of een gedragsprobleem als rode draad doorheen hun strafrechtelijk parcours. Daarom moet Justitie die onderliggende problemen bij de wortel aanpakken. Dat kan het best door middel van herstelkamers, waarbij delinquenten de kans krijgen om aan zichzelf te werken en daarbij begeleid worden. Indien ze progressie boeken en van hun problematiek afraken, zal de rechter hier ongetwijfeld rekening mee houden bij de bestraffing. Intussen trekken reeds 11 correctionele rechtbanken mee aan de kar om de hoge recidivecijfers terug te dringen. De komende periode gaan nog eens 11 rechtbanken hiermee van start. Dit is een serieuze stap vooruit in de strijd tegen recidive en richting een snellere, menselijkere en straffere Justitie.”
Suzy Vanhoonacker, ondervoorzitter REA Antwerpen, afdeling Mechelen, voorzitter herstelkamer IFG: “Als rechter zoek ik in elk dossier naar die straf die het meest positieve effect heeft op de beklaagde en de kans op herhaling van nieuwe feiten zoveel als mogelijk uitsluit. De praktijk leert ons dat een aanklampende opvolging bij sommige beklaagden de enige manier is om een gedragsverandering te weeg te brengen. Het feit dat de straf of de gunstmaatregel volgt aan het einde van de begeleiding, is bij vele beklaagden bij aanvang de belangrijkste motivator om het traject te volgen. We zien dat gaandeweg het traject deze externe motivatie vaak wijzigt naar een interne motivatie en het besef daagt dat een leven zonder geweld of drugs een beter leven is, voor henzelf, voor hun partner en hun kinderen. Dit is positief voor de beklaagde en zijn gezin in het bijzonder en voor de maatschappij in het algemeen.”
Nele Poelmans, substituut-procureur des Konings herstelkamer IFG, Arrondissementeel referentiemagistraat intrafamiliaal geweld, Parket van de procureur des Konings Antwerpen, afdeling Mechelen: “Als parket beschikken we over enkele krachtige tools om meteen voor veiligheid te zorgen wanneer er sprake is van intrafamiliaal geweld. We kunnen een tijdelijk huisverbod opleggen, of we brengen een verdachte voor de onderzoeksrechter om een contactverbod met het slachtoffer te verkrijgen. Maar we moeten ook op langere termijn kijken, en om op lange termijn een gedragsverandering te bereiken is een samenwerking met hulpverleners en met het Family Justice Center essentieel. Via de opvolgingskamer kunnen we erop toezien dat de nodige hulpverlening wordt geïnstalleerd binnen een gezin wanneer een koppel beslist om de relatie te hervatten na afloop van het huisverbod of contactverbod. We kunnen hierbij heel kort op de bal spelen, en dat zorgt voor betere resultaten dan bij een klassiek probatietraject.”