Vraag en antwoord over Justitie
Door de Wet Lejeune kunnen gedetineerden vragen om vervroegd te worden vrijgelaten uit de gevangenis. Dit kan pas wanneer ze minstens één derde van hun straf hebben uitgezeten en ze zich in de gevangenis goed hebben gedragen Gedetineerden moeten hun vrijlating dus verdienen en het is geen automatisme.
Niet elke aanvraag krijgt dan ook een positief antwoord, zaken die meespelen zijn onder andere het gedrag van de gedetineerde, de aarde van de gepleegde feiten, het risico op recidive en de impact van de vrijlating op de maatschappij. De rechter moet rekening houden met de veiligheid en de rechten van het slachtoffer.
Aan de vervroegde vrijlating worden ook steeds bepaalde voorwaarden verbonden zoals bijvoorbeeld het vinden van werk of het naleven van een contactverbod met slachtoffers. Als deze niet worden nageleefd, kan de invrijheidstelling worden ingetrokken waardoor de gedetineerde de rest van zijn straf in de gevangenis moet uitzitten.
Sommige mensen vinden dat de Wet Lejeune zou moeten afgeschaft worden, maar dat is geen goed idee. De kans op een vervroegde vrijlating is namelijk een stimulans voor gedetineerden om zich te herpakken en zich goed te gedragen in de gevangenis. Dat is ook belangrijk voor hun re-integratie in de maatschappij. Vervroegde vrijlating is daarom ook een praktijk die je wereldwijd terugvindt.
Natuurlijk heeft de minister een persoonlijke mening over uitspraken van rechters. Maar in een democratische rechtsstaat zoals België hebben we een scheiding der machten. Dat betekent dat de wetgevende (het parlement), uitvoerende (de regering) en rechterlijke macht (de rechters) onafhankelijk van elkaar hun taken moeten kunnen uitvoeren. Als een minister commentaar op uitspraken van een rechter zou geven, bijvoorbeeld dat de uitgesproken straf te licht zou zijn, dan zet dit rechters onder druk om anders te oordelen. Dit gebeurt in ondemocratische landen, maar wordt niet aanvaard in democratieën.
Als politici het oneens zijn met uitspraken van rechters, kunnen ze wel de wetten proberen aan te passen waarop die rechters zich baseren. Zo was onze minister van Justitie bijvoorbeeld van oordeel dat straffen voor seksueel geweld in ons land te licht waren. Hij diende een wetsontwerp voor een nieuw seksueel strafrecht in dat werd goedgekeurd door het parlement. Sinds juni 2022 moeten rechters de strengere straffen uit dit nieuw seksueel strafrecht toepassen op misdrijven die sinds die datum zijn gebeurd.